Resokit is een netwerkversterkende methodiek voor (Brusselse) (sociale) professionals die willen bouwen aan (buurtgerichte) netwerken, om zo het netwerk van hun doelpubliek te versterken, en hen dichter bij actief burgerschap en sociale inclusie te brengen.
Deze website bevat zowel theoretische achtergrondinformatie als snel inzetbare tools die je helpen om als organisatie te connecteren met mensen, organisaties en plaatsen in de buurt.
De quotes die je op de website terug vindt, grijpen terug naar ons onderzoeksrapport.
We hopen alvast dat je vindt wat je zoekt en vele vruchtbare netwerken tegemoet gaat!
Resokit
De problematiek van sociale uitsluiting, eenzaamheid en sociaal isolement krijgt de laatste jaren meer en meer aandacht. Niet alleen het beleid wil hier actief op inzetten, ook formele en informele spelers in het werkveld worden zich steeds meer bewust van hun eigen aandeel en rol in dit verhaal.
Er blijkt, zowel voor de praktijk, het beleid, als de academische wereld, nood te zijn aan kennis en een gemeenschappelijke taal die handen en voeten geeft aan een moeilijk te vatten fenomeen. Een bewustzijn, een open dialoog, preventie en gerichte acties vormen de basis van een Brussel waarin elke burger mee stad kan maken.
Daarnaast ontbreekt het ook aan handvaten en praktijkgerichte instrumenten die organisaties in staat stellen om actief aan de slag te gaan met sociale inclusie via netwerkversterking (al dan niet in de buurt, in een grootstedelijke context).
De Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) zet in haar regeerakkoord en meerjarenplan actief in op het ondersteunen van het middenveld om dit waar te maken. Ze vroeg Odisee Hogeschool om enerzijds aan kennisopbouw te doen rond eenzaamheid, sociaal isolement en de betekenis hierin van de stadsbuurt. Anderzijds om ondersteunend materiaal te ontwikkelen waarmee (sociale) professionals aan de slag kunnen.
De buurt is daarbij één van de hefbomen voor sociale inclusie. In Resokit focussen we op die buurtgerichte aanpak, maar bieden we ook handvaten die de buurt overstijgen.
Een sterkte-zwakte-analyse van verschillende werkmodellen voor netwerkversterking bij mensen in armoede, is terug te vinden in het onderzoek dat we eerder deden voor de Vlaamse Overheid. Onderzoeksrapport: “Persoonlijke netwerkversterking bij mensen in armoede. Een overzicht van werkmodellen en een sterkte-zwakteanalyse door ervarings- en praktijkdeskundigen.”
De –kit van Resokit, refereert naar een emmer gevuld met theorie, praktijken, voorbeelden en tools. Met onze (kolen)kit willen we het buurtvuur aanwakkeren. Maar het is ook een knipoog naar de Brusselse ket, die als doorwinterde en gewortelde bewoner van Brussel, de buurt kent als geen ander en ons toegang geeft tot netwerken die we zelf misschien niet kennen. De Brusselse ketten zijn brugfiguren die we nodig hebben om een buurtgericht netwerk uit te bouwen.
Reso- verwijst naar het belang van netwerken, réseaux in het Frans, en naar de metafoor van de rizoom: letterlijk een horizontaal vertakte wortelstructuur zoals die voorkomt bij o.a. riet, brandnetels en de gemberplant. Een rizoom valt niet te herleiden tot één hoofdwortel of tot één plant maar bestaat uit een wirwar aan ondergrondse vertakkingen met steeds nieuwe verbindingen, zonder begin of einde. Ook menselijke netwerken laten zich niet sturen, komen en gaan en zijn nooit helemaal te vatten.
Met netwerken denken we aan verbindingen en samenwerkingsverbanden met formele en informele spelers – in de buurt, maar ook daarbuiten. Vaak reiken netwerken over buurten, gemeenten, steden, zelfs landen heen. Netwerken zijn een “glokaal” gegeven. Neemt niet weg dat het lokale, nabije karakter van een buurt heel wat potentieel in zich heeft.
De O van Reso verwijst ook naar O van Odisee, de Co-Hogeschool, waar co-creatie en gedeeld partnerschap deel uitmaken van het DNA. En laat dat ook hetgene zijn wat we zoeken in netwerken van formele en informele spelers (in buurten).
Deze website kwam tot stand doorheen het Resokit-project uitgevoerd binnen de opleidingen Sociaal Werk en Orthopedagogie van de Odisee Hogeschool, met steun van de Vlaamse Gemeenschapscommissie in Brussel.
De inhoud van deze website bouwt verder op de expertise van beide opleidingen, de bevindingen van een literatuurstudie en de vele gewaardeerde bijdragen vanuit o.a. Eva bxl, LD3, Buurtwerking Harmonie, Zonnelied vzw, Begeleid Wonen Brussel, Vrienden van het Huizeke, Vicinia, Het Agentschap Integratie & Inburgering │bon, het Huis der Gezinnen, MediKurgem, D’Broej, Buurthuis Chambéry, Lhiving vzw, TAO Armoede, de stuurgroep van het project en het Kenniscentrum Wonen Welzijn Zorg, naast diegene die we wellicht nog vergeten.
Samen ondervonden we dat buurtgericht werken een permanent proces is. Ook deze website is eerder een tussenstop dan een eindhalte. We hopen dat het voer biedt voor gesprek, nieuwsgierigheid opwekt en aanzet tot actie. Zo kunnen we in de toekomst nog verder duiken in de netwerken van de buurt en zal de website nog groeien en bloeien.
Werk(t)en mee aan dit project:
- Projectteam
- Els Vos
- Frank Meys
- Harm Deleu
- Inge Verhaegen
- Jan Claeys
- Julia Clever
- Leen Hellinckx
- Mohamed Taamouti
Deze website is in eerste instantie bedoeld voor sociale professionals in Brussel. Maar kan ook inspirerend werken voor professionals die met jeugd, cultuur, vrijetijd, arbeid of onderwijs bezig zijn. En dit binnen of buiten Brussel.
Wie deel uitmaakt van een sociaal netwerk staat sterker in het leven. De netwerken waarin we ons begeven bepalen in belangrijke mate ons emotioneel welbevinden, onze gezondheid en de praktische steun waar we beroep op kunnen doen. Netwerken hebben ook een invloed op het vinden van huisvesting, kwaliteitsvol onderwijs, zinvolle vrije tijd, …
Deze netwerken omvatten de relaties die mensen hebben, van intens (zoals een ouder-kind relatie), tot licht (zoals de relatie tussen mensen die deel uitmaken van eenzelfde vereniging). Familie en vrienden kunnen deel uitmaken van een sociaal netwerk, maar ook collega’s, kennissen, buren, hulpverleners of mensen die we enkel kennen van zien, zoals een winkelier, een vader aan de schoolpoort of een wijkagente.
De buurt is een mogelijke bron van sociale netwerken. Niet vanuit een nostalgisch verlangen naar de warme buurt. Wel vanuit de vaststelling dat ook in tijden van globalisatie, digitalisering en verstedelijking de beleving van de eigen omgeving en fysieke nabijheid een invloed hebben op de levensloop. Dit geldt in het bijzonder voor mensen met een bepaalde kwetsbaarheid: mensen die geen vast werk hebben en in armoede leven, mensen die minder mobiel zijn door ziekte, ouderdom of een beperking, nieuwkomers die hun leven uitbouwen, mensen met een psychische kwetsbaarheid, …
Voor welzijnsorganisaties bieden de netwerken van de buurt potentieel om te werken aan een rijker sociaal kapitaal van burgers in maatschappelijke kwetsbaarheid. Veel Brusselse welzijnsorganisaties werken al met de buurt en betrekken de buurt bij het uitvoeren van hun missie. Hun ervaringen droegen bij aan de totstandkoming van Resokit.
Wie deel uitmaakt van een sociaal netwerk staat sterker in het leven. De netwerken waarin we ons begeven bepalen in belangrijke mate ons emotioneel welbevinden, onze gezondheid en de praktische steun waar we beroep op kunnen doen. Netwerken hebben ook een invloed op het vinden van huisvesting, kwaliteitsvol onderwijs, zinvolle vrije tijd, …
Deze netwerken omvatten de relaties die mensen hebben, van intens (zoals een ouder-kind relatie), tot licht (zoals de relatie tussen mensen die deel uitmaken van eenzelfde vereniging). Familie en vrienden kunnen deel uitmaken van een sociaal netwerk, maar ook collega’s, kennissen, buren, hulpverleners of mensen die we enkel kennen van zien, zoals een winkelier, een vader aan de schoolpoort of een wijkagente.
De buurt is een mogelijke bron van sociale netwerken. Niet vanuit een nostalgisch verlangen naar de warme buurt. Wel vanuit de vaststelling dat ook in tijden van globalisatie, digitalisering en verstedelijking de beleving van de eigen omgeving en fysieke nabijheid een invloed hebben op de levensloop. Dit geldt in het bijzonder voor mensen met een bepaalde kwetsbaarheid: mensen die geen vast werk hebben en in armoede leven, mensen die minder mobiel zijn door ziekte, ouderdom of een beperking, nieuwkomers die hun leven uitbouwen, mensen met een psychische kwetsbaarheid, …
Voor welzijnsorganisaties bieden de netwerken van de buurt potentieel om te werken aan een rijker sociaal kapitaal van burgers in maatschappelijke kwetsbaarheid. Veel Brusselse welzijnsorganisaties werken al met de buurt en betrekken de buurt bij het uitvoeren van hun missie. Hun ervaringen droegen bij aan de totstandkoming van Resokit.
Tijdens ons traject sneuvelden een aantal vaak voorkomende denkbeelden over vereenzaming en over gemeenschapsvorming in de stadsbuurt. Deze inzichten bieden ondersteuning aan beleidsmakers, burgers en intermediairs (professionals en vrijwilligers) om met vereenzaming om te gaan.
De preventieve kracht van netwerken
De mens is een sociaal wezen dat nood heeft aan sociale netwerken. In een context van vermaatschappelijking en vergrijzing winnen sociale netwerken nog aan belang.
Netwerken hebben in de eerste plaats een preventieve functie. Mensen met een netwerk hebben een buffer rond zich die hen beschermt tegen sociaal isolement. Ook bij eenzaamheidsgevoelens als gevolg van het wegvallen van één of meerdere belangrijke relaties (bv. een overlijden, scheiding, verhuis) brengt een netwerk vaak soelaas.
Eenzaamheid gaat over een gemis aan verbondenheid. Dit is een subjectief gegeven. Het plaatsen van mensen in een netwerk brengt niet noodzakelijk een gevoel van verbondenheid met zich mee. Bijvoorbeeld: iemand die zich eenzaam voelt uitnodigen rond een koffietafel vol met mensen kan de eenzaamheidsgevoelens zelfs versterken in plaats van doen afnemen.
Eenzaamheid heeft niet altijd een antwoord nodig
Vereenzaming is een woord waarachter een brede waaier aan fenomenen schuil gaat die mensen van alle leeftijden aangaan. Van onschuldige, inspirerende en/of tijdelijke gevoelens tot pijnlijk en structureel sociaal isolement die uitsluit van de samenleving. Eenzaamheid moet niet altijd per se worden aangepakt en waar dat wel nodig is, vormt maatwerk een must. We koppelen vereenzaming vooral aan maatschappelijke kwetsbaarheid en de toegang tot sociale grondrechten. Waar de toegang tot onderwijs, kwalitatieve huisvesting, sociale zekerheid, etc. onder druk staat, dringt een antwoord zich op.
Netwerkversterking is niet voor iedereen haalbare kaart
Krachtige netwerken vormen een buffer tegen vereenzaming. Het is echter niet voor iedereen die met eenzaamheid wordt geconfronteerd haalbaar om bestaande netwerken te versterken en/of nieuwe contacten aan te gaan. Voor mensen in langdurig sociaal isolement blijkt dit vaak geen reële optie. Een aanpak zal zich dan meer richten op andere levensdomeinen (bv. gezondheid, huisvesting, …) en veronderstelt een structurele aanpak van levenskwaliteit.
De kracht van lichte bindingen
Vanuit deze vaststelling en in het bijzonder in een stedelijke context geloven we in de kracht van lichte bindingen. In een stadsbuurt is het vaak niet opportuun om (enkel) naar traditionele gemeenschappen en warme buurten te streven. Dicht bij en naast elkaar wonen, zorgt voor het bewaren van enige afstand, er zijn veel verhuisbewegingen en sommige stadsbewoners kiezen bewust voor de anonimiteit. Bewoners uit dezelfde buurt (of dat nu een appartementsgebouw, een straat of een stadsdeel is) kennen elkaar eerder van gezicht dan persoonlijk.
We spreken ook wel over co-existentie, waarin lichte bindingen tussen (vertrouwde) vreemdelingen en beleefde vermijding de meest haalbare kaart zijn in een grootstedelijke context, waar mensen dicht op elkaar leven.
Lichte banden zijn soms meer haalbaar voor mensen in isolement. Ze kunnen de behoefte aan diepgaand contact echter niet vervangen. Eventueel kunnen ze sterke banden initiëren, of ze kunnen op zich al een heilzaam karakter hebben.
Van oud tot jong
Eenzaamheidsgevoelens blijken niet noodzakelijk meer voor te komen bij ouderen in vergelijking met de rest van de bevolking. Wel integendeel, er zijn steeds meer aanwijzingen dat jongeren en jongvolwassenen meer met eenzaamheid worden geconfronteerd dan andere leeftijdsgroepen. Dit heeft o.a. te maken met transities eigen aan deze levensfase (bv. op kot gaan, een gezin starten, etc.) en met sociale verwachtingen (bv. ‘als jongere heb je veel vrienden en maak je plezier’, wat ook wordt uitgedragen via sociale media). Ouderen hebben dankzij hun levenservaring vaak meer realistische verwachtingen van relaties.
Nood aan maatwerk
De gevolgen en aanpak van vereenzaming bij ouderen en jongeren vragen doorgaans om een andere insteek. Zo is het voor ouderen vaak minder evident om weggevallen relaties te compenseren en/of nieuwe relaties aan te gaan dan voor vele jongeren. Ouderen dreigen daardoor geleidelijk aan in sociaal isolement terecht te komen. Een generalistische aanpak heeft beperkingen, vaak is maatwerk nodig aangezien vereenzaming zich niet bij alle leeftijden en mogelijke doelgroepen op dezelfde manier manifesteert, denk daarbij aan alleenstaande ouders, mantelzorgers, nieuwkomers, thuislozen, etc. Voor een eventuele aanpak spelen ook nog talrijke andere factoren mee, zoals de inrichting van publieke ruimte, (digitale) geletterdheid, de mate van mobiliteit, financiële mogelijkheden, etc.
Openlijk over eenzaamheid leren spreken
Onze beperkte kennis en woordenschat over thema’s in verband met eenzaamheid kunnen problemen soms bestendigen. Eenzaamheid is ook een universeel gevoel waar vele mensen doorheen hun leven mee te maken krijgen. Het gemis aan verbondenheid is doorgaans pijnlijk, maar zet ook aan tot nadenken en/of actie. Sommige onderzoekers vergelijken eenzaamheid met een hongergevoel. Beide leiden in de juiste omstandigheden tot een gedragsverandering en een nieuw evenwicht.
Dat is één van de argumenten om de taboes op eenzaamheid aan te pakken en om openlijk over eenzaamheidsgevoelens te leren spreken. Een open houding kan ook helpen om ‘normale’ gevoelens te onderscheiden van structureel sociaal isolement dat een ernstige bedreiging vormt voor de levenskwaliteit en grondrechten van de mensen.
De omgeving beïnvloedt eenzaamheid
Europese vergelijkingen tonen dat in bepaalde landen/regio’s meer mensen zich eenzaam voelen dan in andere. De omgeving speelt dus een rol. Dit heeft zowel te maken met culturele aspecten (bv. hoge verwachtingen t.o.v. steun van familie of attitudes tegenover alleen zijn) als met infrastructuur en materiële mogelijkheden (bv. openbaar vervoer en de betaalbaarheid van hulp- en dienstverlening).
Europees gezien bevindt België zich eerder in de middenmoot. In het Brussels gewest zijn mensen over het algemeen iets minder tevreden over hun sociale contacten dan in de rest van België. Eenzaamheid kent een belangrijk maatschappelijk component en is dus niet louter een individueel probleem.
Doorheen ons Resokit-project kwamen we tot een aantal aanbevelingen voor een brede aanpak van vereenzaming en sociale kwetsbaarheid in de Brusselse grootstedelijke context en meer in het bijzonder via welzijnsorganisaties in Brusselse buurten. Ze kunnen inspirerend zijn voor het beleidsplan van een organisatie of beleidsdomein.
Het overzicht is een aanzet tot een integrale aanpak, onze Resokit richt zich vooral op aanpakstrategie één en twee.
De aanpak van sociaal isolement in de praktijk
- Inzetten op een gedifferentieerde aanpak en maatwerk op basis van de profielen en prioriteiten van burgers
a) Het belang van het bevragen van burgers over hun beleving. Dit betekent ook het inzetten op de vraag achter de vraag. Deze kan te maken hebben met vereenzaming (bv. omvang sociaal netwerk, behoeftes/tevredenheid sociale contacten, beleving van eenzaamheid, etc.) maar misschien zijn er andere prioriteiten (bv. huisvesting, verlichten mantelzorg, psychiatrische problematiek, etc.).
b) Afhankelijk van de vraag kan het effectief zijn om bestaande netwerken te versterken, alvorens in te zetten op het creëren van nieuwe netwerken. De (beleefde) kwaliteit van sociale contacten kan belangrijker zijn dan de kwantiteit van sociale contacten.
c) Niet alle burgers die een proces van vereenzaming doormaken, zijn gebaat bij een netwerkversterkende initiatieven. Het zijn met name burgers die door situationele en/of acute omstandigheden (zoals werkloosheid of verlies van familieleden) tijdelijk een groter vereenzamingsrisico lopen die mogelijks meer vatbaar zijn voor netwerkversterkende initiatieven op groepsniveau.Voor kwetsbare burgers die geruime tijd blootgesteld zijn aan risicofactoren van vereenzaming en aan sociale kwetsbaarheid, dreigen netwerkversterkende initiatieven op groepsniveau een grote drempel te hebben of geven ze aanleiding tot bestendiging van vereenzaming door negatieve interpretaties van zichzelf of negatieve verwachtingen van sociale situaties.
d) Netwerkversterkende initiatieven op groepsniveau veronderstellen een gerichtheid bij burgers om betrokken te worden in sociale netwerken en een gerichtheid op sociale participatie. Werken aan die gerichtheid via sociale rolwaardering en een stapsgewijze, geleidelijke aanpak van netwerkversterking kan een hefboom zijn om vereenzaming tegen te gaan.
e) Oog hebben voor de Brusselse eigenheid van buurten. Er zijn verschillende soorten connecties die in buurten bestaan en per buurt verschillen (bv. core practice, soft structures, etc.).
f) Oog hebben voor specifieke bevolkingsgroepen die in de buurten wonen. Daarbij dient aandacht te gaan naar kenmerken van burgers die specifiek samenhangen met het risico op vereenzaming (of de gevolgen ervan):
- Alleenstaande zijn (in het bijzonder gescheiden of weduwe(naar))
- Een migratie-ervaring met een verhoogde kans op het gemis aan familiale banden en eventueel ervaringen van discriminatie.
- Gezondheidsklachten of beperkingen
- De afwezigheid van sociale steun en zorg bij ouderen die nog thuis verblijven
- Transities in levensfases bij jongeren, de doelen die ze stellen en hun beleving van maatschappelijke druk daarbij (stress/veerkracht)
- Mensen in armoede lopen een groter risico op vereenzaming
2. Inzetten op de werking van en de samenwerking tussen (welzijns)organisaties
a) Waarderen van basisopdracht in zorg/ondersteuning die welzijnsorganisaties opnemen voor het welzijn van kwetsbare burgers. Organisaties nemen vanuit bestaande zorg/welzijnsondersteuning een preventieve functie op in vereenzamingsprocessen.
b) Faciliteren van samenwerkingsverbanden tussen organisaties van beide communautaire gemeenschappen.
c) Verbinden van werkzaamheden van burgerinitiatieven, zelforganisaties en professionele organisaties op vlak van netwerkvorming.
d) Ondersteunen van welzijnsorganisaties door professionalisering – deskundigheidsbevordering
- Inzichten aanreiken aan organisaties over de complexe thematiek van vereenzaming en de verschillende soorten van vereenzaming.
- Handvaten aanreiken voor het lezen en analyseren van de buurt. Oog hebben voor de bevolkingsgroepen, organisaties, soft structures, behoeftes van de buurt, risicofactoren voor vereenzaming, etc.
- Aanreiken van strategieën voor netwerkversterking tussen (welzijns)organisaties (informatiedeling, verduurzamen van samenwerking).
3. Werken aan beeldvorming en bespreekbaarheid bij burgers
a) Om in te spelen op het verwachtingspatroon inzake sociale contacten, op negatieve coping strategieën en op taboes die bestaan over vereenzaming.
b) Om in te zetten op veerkracht en zingeving zodat mensen gevoelens van eenzaamheid een plaats kunnen geven, en om vereenzamingsprocessen te vermijden.
4. Zorgvuldige inschatting maken voor het aanwenden van een mix van digitale en offline strategieën om de netwerken van kwetsbare burgers te versterken.
5. Nood aan een maatschappelijke benadering van vereenzaming: het verbinden van vereenzamingsproblematiek met maatschappelijke processen van discriminatie, achterstelling en uitsluiting. Risico’s op vereenzaming niet reduceren tot persoonskenmerken en levensgebeurtenissen van burgers. Daarbij ook oog hebben voor structurele, langdurige en persistente (risico)factoren die vereenzaming veroorzaken of bestendigen.
Beleidsaanbevelingen
1. Verdeskundiging van het sociaal werkveld i.v.m. thematiek van vereenzaming (risicofactoren, types, processen)
Om meer gericht te kunnen ingrijpen, is een verdere verdeskundiging rond thema’s in verband met vereenzaming nodig. Deze verdeskundiging kan een aantal evidenties doorbreken en de aandacht verscherpen voor specifieke doelgroepen waar professionals mee in aanraking komen. De literatuurstudie van Resokit biedt daartoe een goede insteek. Via lezingen en dialoogtafels komt het thema tot leven en kan een mindset over sociaal isolement en vereenzaming groeien.
2. Werken aan veerkracht bij burgers
Eenzaamheid verminderen betekent ook werken aan beeldvorming over eenzaamheid en bewust omgaan met sociale contacten. In een klimaat waarin mensen hun emoties aanvoelen en benoemen en er ruimte is om stil te vallen, zal ook (de impact van) eenzaamheid verminderen. Daarvoor is van jongs af aan aandacht nodig voor geestelijke gezondheid en sociale interactie. Inzetten op verbindend luisteren, het leren spreken over eenzaamheidsgevoelens en zo taboes die rond het thema hangen, opheffen, zijn stappen in de goede richting.
3. Inzetten op methodisch werken in welzijnswerk op volgende thema’s:
a) Buurt lezen, stedelijkheid, soft structures
Veel kracht gaat uit van welzijnsorganisaties die structureel inzetten op netwerkversterking. In een stedelijke context vraagt dit om specifieke inzichten die vaak nog kunnen worden aangescherpt. In Brusselse buurten met o.a. een hoge densiteit, een grote in- en uitstroom en sociale mix, ligt netwerkversterking niet voor de hand. Het is een uitdaging om in te spelen op contacten met minder evidente partners zoals passanten, informele netwerken en zachte structuren.
b) Sociaal gewaardeerde rollen van burgers
Het denken en handelen vanuit sociaal gewaardeerde rollen blijkt een manier om burgers en meer bepaald het doelpubliek van welzijnsorganisaties te versterken. Deze rollen kunnen geïnitieerd worden door en binnen de organisatie (van het uitschenken van koffie tot het mee begeleiden van activiteiten), maar kunnen ook uitdeinen naar ruimere netwerken (bv. boodschappen doen voor de buurvrouw of een onthaal verzorgen). Belangrijk is dat de sociale rol aansluit bij de interesses en capaciteiten van mensen. Het opnemen van een sociaal gewaardeerde rol werkt vaak versterkend.
c) Outreachend werken
Door vindplaatsgericht te werken vergroot de kans om ook mensen in (dreigend) sociaal isolement te blijven bereiken.
d) Toegang tot levenskwaliteit vergroten en armoede bestrijden.
Het is cruciaal om sociaal isolement en vereenzaming blijvend te verbinden aan armoede, beperking en gezondheid. Armoede en een slechte gezondheidstoestand zijn de belangrijkste determinanten voor sociaal isolement.
Het blijft nodig om in te zetten op basisrechten en betrokkenheid van individuen en groepen in een maatschappelijk kwetsbare situatie (bv. armoedetoets, drempels vrijetijdsinitiatieven, onderwijskansen, huisvesting, migratie ervaring, etc.).
4. Tijd als constructieve factor erkennen voor het sociaal werkveld
Veel problemen die samenhangen met vereenzaming worden opgevangen binnen de reguliere werking van (welzijns)organisaties. De veerkracht van burgers wordt er vergroot, gebruikers nemen sociaal gewaardeerde rollen op, mensen breiden hun netwerk uit, etc. Maar vaak gaat het om langdurige processen die niet jaarlijks te kwantificeren vallen. Verbinding vraagt om tijd en presentie. De basiswerking van (welzijns)organisaties waarderen en ondersteunen gaat mee vereenzaming tegen. Impactmeting van zulke langdurige processen blijft een uitdaging.
5. Netwerkversterking tussen organisaties bevorderen
(Welzijns)organisaties die deel uitmaken van netwerken op organisatieniveau zijn beter in staat om de netwerken van hun doelpubliek te versterken. Daarvoor is er ruimte nodig om te investeren in netwerken, ook over verschillende sectoren en subsidiërende overheden heen, en ook met minder evidente partners uit bijvoorbeeld het informele sociaal werk.
Brugfiguren, sleutelfiguren en/of ervaringswerkers, hetzij professionals, hetzij burgers, kunnen organisaties daarbij ondersteunen.
Resokit is het resultaat van een samenwerking tussen Odisee Hogeschool en de Vlaamse Gemeenschapscommissie in Brussel. Doel is om Brusselse organisaties, in een eerste plaats welzijnsorganisaties, handvaten te geven om binnen de eigen buurt het potentieel van de formele en informele netwerken volop te verkennen en te benutten. Zo worden buurtgerichte netwerken uitgebouwd, die versterkend zijn voor de werking van de organisatie en het sociaal kapitaal van het doelpubliek. Hoewel de klemtoon ligt op de specifieke Brusselse grootstedelijke context, is Resokit breed inzetbaar.
Onder de rubriek methodiek en tools staan enerzijds achtergrondinformatie en anderzijds concrete tools om mee aan de slag te gaan.